Ontwikkelaar ’t Luweland: ‘Als je in het gebied loopt word je enthousiast’
26 juli '23
Omgeven door het weidse polderlandschap worden in ’t Luweland in Swifterbant circa 750 woningen gerealiseerd in verschillende fases. Michael Tramper van BPD Gebiedsontwikkeling is verantwoordelijk voor het aanjagen van de opstalontwikkeling van dit unieke plan. Waarin ook zeker rekening gehouden wordt met een duurzame toekomst. Michael: “Het is een enorme pre dat dit erbij komt, want het is een uitbreiding van Swifterbant die fors is. Dat hebben ze wel echt nodig.”
Ontwikkelen van A tot Z
“Swifterbant is een gebiedsontwikkeling van circa 750 woningen die uitermate geschikt is als locatie voor ons als ontwikkelaar. We hebben het gebied aangekocht van de boer en zijn verantwoordelijk voor het hele traject. We doen alles van A tot Z en houden dus ook de hele grondexploitatie bij”, vertelt Michael. “In mijn rol heb ik onder andere contact met de corporatie, de bouwpartners en het woningfonds. Ik probeer alles zodanig af te stemmen in het stedenbouwkundig plan dat er woningen komen die we goed kunnen verkopen aan het woningfonds, de corporatie en particuliere kopers. Dat doen we met verschillende partijen en ontwerpers om het haalbaar te maken. Ik bemoei me eigenlijk overal wel mee. Ik vind dat stedenbouw, opstal en architectuur niet los van elkaar staan. Dat kun je niet als losse blokjes behandelen. Daar moet je goed integraal over nadenken: van de inrichting van het algemeen gebied tot hoe mensen hun tuin inrichten. Het is leuk om naar het plan te kijken op een manier waarvan ik denk dat mensen er ook daadwerkelijk graag willen wonen. Een locatie aanpakken, verder vormgeven, ontwikkelen, en waarde creëren van grond. Dat is het leukste wat er is.”
Grote bouwopgave in Flevoland
“Het is een mooie grote gebiedsontwikkeling in een provincie waar eigenlijk een enorme bouwambitie is. Er ligt namelijk een enorme bouwopgave in Flevoland. Er gebeurt natuurlijk veel in Almere, maar ook in Lelystad. Daar zitten we nu weer om de tafel met de gemeente, provincie en rijksvastgoedbedrijven om te kijken of we daar ook een grote gebiedsontwikkeling kunnen opstarten, net als in Swifterbant. Dat zijn allemaal trajecten die wij verwachten nadat Swifterbant goed op gang is gekomen”, legt Michael uit. “Het mooie aan ’t Luweland is dat alle doelgroepen welkom zijn. Er worden niet alleen veel appartementen, huur en koop, gerealiseerd voor starters, maar ook appartementen voor mensen die iets groter willen wonen. Ook komen er seniorenwoningen die volledig gelijkvloers zijn en bouwkavels voor 2 onder 1 kapwoningen en vrijstaande woningen. Iedereen is welkom en dat willen we ook uitstralen in ’t Luweland. Deze agrarische grond zetten we binnen 8 jaar om naar een woongebied.”
Uitgangspunt van ‘t Luweland
“We noemen het plan ’t Luweland, want als de wind komt dan ligt het gebied in de luwte van de bomen. En als je hier woont heb je ook vrij uitzicht over landerijen dus je hebt het gevoel dat je buitenaf woont. Het is een plek die je rust en ruimte geeft. Toch is je woning omsloten en woon je dicht bij Dronten en Lelystad waar je alle voorzieningen hebt. Dat was wel het uitgangspunt en maakt ’t Luweland uniek. Ik zou het leuk vinden als de bewoners straks aangeven dat ze er prettig wonen en dat ze de ruimte ervaren die wij nu ook voor ogen hebben. We willen toe naar een openbaar gebied waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en bijvoorbeeld een straatfeest kunnen organiseren. Waar kinderen bij elkaar komen om te spelen. Dat er een stukje saamhorigheid gevoeld wordt en dat de buren elkaar kennen. En vooral dat men daar prettig woont. Dat zou ik wel fijn vinden. Ik hoop dat alles wat wij voor ogen hebben ook echt gerealiseerd wordt en dat je bijvoorbeeld niet over auto’s struikelt, maar dat die netjes weg ontworpen zijn. Dat is mijn ambitie voor deze ontwikkeling.”
Natuurinclusieve leefomgeving
“Het is belangrijk dat we goed omgaan met de omgevingsfactoren en dat we de kwaliteit maken die het gebied nodig heeft om die sterke woonwijk te worden die we verwachten dat het gaat worden”, benadrukt Michael. “Je komt in een moderne, energiezuinige, natuurinclusieve leefomgeving te wonen als je het vergelijkt met Swifterbant hoe het nu is. Het krijgt echt een upgrade. Mensen hebben nu veel last van water als het flink geregend heeft. We houden rekening met het toekomstige waterniveau, daarom gaan we het gebied met een meter ophogen, zodat bewoners minder wateroverlast hebben en hier met droge voeten kunnen wonen. In het eerste planconcept waren sloten bedacht, maar bij nader onderzoek is gebleken dat dat niet kan. Dat is nu omgezet naar groen, zodat het water bij hevige regenbuien wordt opgevangen. In de stedenbouwkundige inrichting zie je een aantal waterbufferplekken waar we het water heel lang vast proberen te houden en langzaam in de bodem proberen terug te bufferen.”
Duurzaam wonen tussen inheemse planten
Michael: “In alle grondgebieden werken we met inheemse planten. In de polder zijn er bepaalde soorten die vaker voorkomen dan andere soorten planten, zodat we de aanwezige biodiversiteit versterken. Daarnaast krijgen alle bewoners van ons advies hoe je het beste met de inrichting van je tuin omgaat en deze zo biodivers mogelijk maakt. Daar proberen we in te sturen. Ook de erfafscheidingen van openbaar naar privé leggen wij allemaal aan. In dit plangebied werken we met wildere inheemse beplanting en we willen voorkomen dat mensen overal schuttingen neerzetten. Naast de groene omgeving, worden de woningen ook volledig duurzaam en minimaal energieneutraal gebouwd. De huizen zijn volledig geisoleerd en ze worden gasloos en krijgen een warmtepomp en zonnepanelen.”
Ontwikkelingsuitdagingen
Het zit ‘m vooral in de omgevingsfactoren waar de uitdagingen zitten volgens Michael. “Er staan overal windmolens en boerderijen en dat is best een uitdaging. Je kunt dus niet zomaar overal bouwen. Het is best wel even zoeken waar je woningen kunt bouwen in overleg met de aangrenzende boerderijen en boerenbedrijven, zodat er ook gewoond kan worden zonder dat de nieuwe bewoners en boerenbedrijven elkaar in de weg zitten. Daarnaast is het gebied opgebouwd uit 2 hoofdsferen. Het ene deel bestaat uit statige lanen en een bouwstructuur van woningen in jaren 30-stijl. En het andere deel, het rivierduingebied, refereert aan de rivieren die vroeger door het gebied liepen. Destijds waren er hoogteverschillen in de bodem en dat wil men nu terugbrengen. Ze willen dat in een landschappelijke vorm ontwikkelen met niveauverschillen, zodat je huizen op verschillende niveaus bouwt en dat geeft natuurlijk een heel speels effect. Het niveauverschil tussen het hoogste en het laagste punt is ongeveer 3 meter, maar dat is wel een hele uitdaging zoals de inrichting van het openbaar gebied.”
“Ik vond het heel bijzonder om voor het eerst op de locatie te lopen. Dat blijft je gewoon bij. En dan weet je ook: hier gaan we het doen. Je kunt alles op een kaart zien, maar als je er echt doorheen loopt dan word je wel enthousiast”, sluit Michael af.